De economische crisis treft jongeren extra hard. Met 15,7 procent is de jeugdwerkloosheid bijna twee keer zo hoog als het gemiddelde. Moeten we vrezen voor een ‘verloren’ generatie? Nee, maar persoonlijke aandacht is wel gewenst.
Doemdenken, generatie-nix, no-future: het zijn allemaal begrippen afkomstig uit de crisisjaren tachtig van de vorige eeuw. Oplopende olieprijzen, hoge loonkosten en de relatief ruime uitgaven aan sociale zekerheid lagen destijds in belangrijke mate ten grondslag aan de economische neergang en geringe perspectieven op verbetering. Er was bovendien een tekort aan woningen en de Koude Oorlog was ook nog niet tot een einde gekomen.
En er was werkloosheid, vooral onder jongeren. In 1984 bedroeg de jeugdwerkloosheid ongeveer 18 procent. En hoewel veel jongeren van 15 tot en met 24 jaar toen in opinie-onderzoek aangaven de grip op het leven te verliezen, hebben de meesten hun achterstand op de arbeidsmarkt ingelopen. Nu, dertig jaar later, worden wederom veel mensen geconfronteerd met een ongunstige economische situatie. Met de vervlechting van internationale economieën lijkt het probleem dit keer minder goed tembaar dan voorheen en dient zich opnieuw de vraag aan: stevenen we af op een ‘verloren generatie’?
Lees verder op: Socialevraagstukken.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten